Het lateralisatieproces is een rijpingsproces van de hersenhelften, waarbij iedere helft zich specialiseert in zijn eigen specifieke functies. Daarbij wordt één helft de leidende helft, de zogenoemde dominante helft, zodat alle hersenprocessen efficiënt en in samenwerking met elkaar kunnen verlopen. Een onderdeel vormt de ontwikkeling van een handvoorkeur. Het proces van lateralisatie is een ingewikkeld proces waarbij in een normale ontwikkeling voor het 7e jaar duidelijk vaststaat welke hand de voorkeurshand is.
Als de lateralisatie niet optimaal ontwikkelt, kan een kind lang blijven wisselen van handvoorkeur of ontstaat er verwarring over de bewegingsrichting. Dit geeft problemen bij lezen, schrijven, spelling en rekenen. Kinderen laten dan spiegelingen zien zoals d-b-p, 6-9, maar ook omkeringen zoals eu-ue, 31-13 en het omkeren van woordjes maar-raam. Bij een goede intelligentie komen kinderen een heel eind in het leerproces, maar omdat op deze manier geen automatismen ontstaan, wordt het bij het toenemen van de eisen in de hogere groepen steeds moeilijker het lesprogramma te volgen. Het tempo blijft lager en er is meer energie nodig dan je zou verwachten bij zijn of haar capaciteiten.
Daarnaast blijft het structureren, organiseren en plannen van taken vaak lastig.